Au M.B du 15-01-2020, AR du 17/12/2019 modifiant l’arrêté royal du 15 novembre 2017 relatif à l’exigence de déclaration de biocarburants, d’huiles minérales et de leurs produits de substitution d’origine biologique
Koninklijk besluit van 17/12/2019 tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 november 2017 betreffende de rapportageverplichting van biobrandstoffen, minerale oliën en hun substitutieproducten van biologische oorsprong


Jusqu’à présent, toute personne qui ne respectait pas l’obligation de rapportage concernant les carburants et biocarburants risquait à peine une sanction. Mais le gouvernement fédéral met fin à cette impunité.
Toute personne physique ou morale « qui produit ou, comme intermédiaire ou pas, importe, exporte, stocke, met en consommation, transforme, transporte, distribue, achète, vend ou fournit des biocarburants, des huiles minérales, mélangés ou non, et leurs produits de substitution d’origine biologique » doit en faire rapport à la Direction générale de l’Énergie. La DG Énergie doit disposer de ces informations pour suivre les prix de l’énergie et établir le bilan énergétique national.
Quiconque omet de communiquer les quantités de biocarburant qui ont été mélangées à de l’essence ou du diesel s’expose désormais à une amende administrative de 100 à 10 000 euros. Cette amende est doublée en cas de récidive.
Les personnes qui manquaient aux autres obligations de rapportage n’étaient elles non plus pas sanctionnées. Un arrêté royal du 17 décembre 2019 instaure à présent une amende pénale de 495,79 euros (à multiplier par les décimes additionnels) ou une peine de prison de six mois pour les producteurs, commerçants et exploitants d’une station-service qui ne font pas correctement rapport
Entrée en vigueur : 25/01/2020

Tot nu toe riskeerde iedereen die de meldingsplicht voor brandstoffen en biobrandstoffen niet nakwam nauwelijks een sanctie. Maar de federale overheid maakt een einde aan deze straffeloosheid.
Elke natuurlijke of rechtspersoon « die produceert of als een intermediair of niet, invoer, uitvoer, opgeslagen of in gebruik genomen, transformaties, transporten, verdeelt, koopt, verkoopt of leveringen van biobrandstoffen , van minerale oliën zijn, al dan niet gemengd, en producten van substitutie van biologische oorsprong « worden aan het Directoraat-generaal Energie melden. DG Energie moet over deze informatie beschikken om de energieprijzen te volgen en de nationale energiebalans te bepalen.
Iedereen die nalaat de hoeveelheden biobrandstof te melden die zijn gemengd met benzine of diesel, krijgt nu een administratieve boete van 100 tot 10.000 euro . Deze boete wordt verdubbeld in geval van recidive.
Degenen die niet voldeden aan de andere meldingsplicht werden ook niet gestraft. Een koninklijk besluit van 17 december 2019 introduceert nu een strafrechtelijke boete van 495,79 euro (te vermenigvuldigen met extra decimalen ) of een gevangenisstraf van zes maanden voor producenten, handelaren en exploitanten van een tankstation die niet niet correct gerapporteerd.
Inwerkingtreding : 25/01/2020

 

Cour constitutionnelle, arrêt n° 11/2020 du 23 janvier 2020
Constitutioneel Hof, arrest nr. 11/2020 van 23 januari 2020


A la requête de trois organisations pour le climat et de deux syndicats, la Cour constitutionnelle vient d’annuler l’ensemble de la loi du 30 mars 2018 relative à l’instauration d’une « allocation de mobilité ». Il s’agit d’une allocation que le travailleur peut recevoir de son employeur en échange de la restitution de sa voiture de société. Afin de ne pas causer de préjudice aux travailleurs qui ont restitué leur voiture de société dans l’intervalle, les effets de la loi annulée sont maintenus jusqu’à l’entrée en vigueur de nouvelles dispositions légales, et au plus tard jusqu’au 31 décembre 2020 (inclus).
Ter info, geen wijziging in het register.
Op verzoek van drie klimaatorganisaties en twee vakbonden heeft het Grondwettelijk Hof zojuist de gehele wet van 30 maart 2018 met betrekking tot de instelling van een « mobiliteitsvergoeding » nietig verklaard. Het is een vergoeding die de werknemer van zijn werkgever kan ontvangen in ruil voor de teruggave van zijn bedrijfswagen.
Om geen schade te berokkenen aan werknemers die hun bedrijfswagen in de tussentijd hebben teruggebracht, blijven de gevolgen van de geannuleerde wet behouden tot de inwerkingtreding van nieuwe wettelijke bepalingen, en uiterlijk tot 31 december December 2020 (inbegrepen).